Brexit mag academische kruisbestuiving over het Kanaal niet kelderen

Opiniestuk – 8 december 2020, De Tijd

De brexit zal een grote economische impact hebben op Vlaanderen. Dus ligt de focus vooral op steun aan onze bedrijven. Maar de aandacht moet ook gaan naar de academische dimensie. Een uitgeholde samenwerking verzwakt het onderzoek en de groeikansen van onze regio.

Zelfs al bereiken de Europese en de Britse onderhandelaars binnenkort een overeenkomst over een omvattend handelsakkoord, dan nog blijft het een groot vraagteken of Britse onderzoekers wel kunnen deelnemen aan de programma’s Horizon Europe en Erasmus+. Laat dat nu net de twee sleutelmechanismen zijn voor toekomstige academische samenwerking tussen prioritaire partners aan weerszijden van het Kanaal. Een uitgestelde, gedeeltelijke of niet-deelname van de Britse collega’s zal het internationale onderzoekslandschap ook bij ons dramatisch verschralen. Dat moeten we absoluut vermijden.

Om onze academische en bij uitbreiding economische belangen veilig te stellen, dringt zich een tweesporenbeleid op. Ten eerste moet Europa alles op alles zetten om een evenwichtig handelsakkoord te bereiken, waarin de Britten op voet van gelijkheid worden behandeld mits een billijke financiële inbreng van hun kant. Ten tweede kunnen we het ons niet veroorloven dat de intense academische kruisbestuiving over het Kanaal plots stilvalt door het uitblijven van de associatieovereenkomsten voor Horizon Europe en Erasmus+. Die laatste kunnen slechts onderhandeld worden als annex bij het handelsakkoord.

Bilaterale initiatieven

Als universiteiten zijn we grote voorstanders van een maximale associatie van het Verenigd Koninkrijk met beide programma’s. De kans dat dat scenario op 1 januari 2021 bewaarheid wordt, is zeer klein. Wellicht zullen de Britten slechts met uitstel kunnen deelnemen. In het worst-casescenario opteert de Britse regering voor een gedeeltelijke of zelfs niet-associatie. Ongeacht de finale uitkomst, zal er altijd een te overbruggen kloof zijn tussen 1 januari en de inwerkingtreding van de associatiebepalingen. Dat risico moeten we uitschakelen en kunnen we alleen opvangen door een aantal gerichte bilaterale initiatieven.

De academische samenwerking is zeer intens, op alle vlakken: onderzoek, stages, staf- en studentenmobiliteit. In 2014-2019 tekende het hoger onderwijs in Vlaanderen en Brussel voor 3.056 uitgaande mensen naar het Verenigd Koninkrijk en 1.844 inkomende naar Vlaanderen. In het aflopende programma Horizon 2020 figureert het VK op de derde plaats van de landen waar Belgische onderzoekspartners mee samenwerken.

De Vlaamse regering heeft haar uitgangspunten voor de brexitonderhandelingen op 7 februari 2020 goedgekeurd. Over onderwijs en onderzoek pleitte ze voor het vrijwaren van de samenwerking met Britse universiteiten en de kansen voor onderzoekers en studenten op basis van wederkerigheid. De klemtoon lag ook op het behoud van de gunsttarieven voor toegang tot de Britse kennisinstellingen en het voortzetten van de samenwerking met het VK in Horizon Europe en Erasmus+.

Snel schakelen

De economische impact van de brexit op Vlaanderen wordt groot. We begrijpen dat de beleidsfocus tot nu toe vooral op steun aan onze bedrijven lag. Maar nu is het hoog tijd om ook aandacht te besteden aan de academische dimensie van deze crisis, want een uitholling van de samenwerking verzwakt het Vlaamse onderzoek en bij uitbreiding de groeikansen van onze regio. Als rectoren roepen we de Vlaamse regering op snel te schakelen en werk te maken van een aantal bilaterale acties.

In de eerste plaats roepen we de regering op om, al dan niet samen met de Franse Gemeenschap, een bilateraal akkoord te onderhandelen met het VK dat de bestaande Erasmusfilosofie van uitwisseling voor staf en studenten, waaronder het principe van wederkerigheid en de vrijstelling van inschrijvingsgeld, vastlegt.

Het al dan niet tijdelijk verdwijnen van Erasmusbeurzen voor Vlaamse studenten om aan Britse universiteiten te studeren noopt tot een budgettaire injectie om de periode te overbruggen tussen 1 januari 2021 en de inwerkingtreding van de associatieovereenkomst voor Erasmus+.

Financiering

Daarnaast vergt de al dan niet tijdelijke ontoegankelijkheid van Horizon Europe voor Britse onderzoekers in de overgangsperiode een alternatieve financiering voor de samenwerking tussen Vlaamse en Britse universiteiten. Dat mechanisme kan gepositioneerd worden op het niveau van het FWO Vlaanderen, bijvoorbeeld onder de vorm van een bilateraal onderzoeksprogramma. De universiteiten vragen extra geld daarvoor te reserveren.

Tot slot merken we op dat, in tegenstelling tot de dienstverlening aan onze bedrijven, de overheidsinformatie over de impact van de brexit op de universiteiten (en bij uitbreiding alle kennisinstellingen) summier en versnipperd is. We hebben nood aan een helpdesk die snel van overheidswege gevalideerde antwoorden kan bieden op de vragen van universitaire beleidsmakers, onderzoekers en studenten.

Caroline Pauwels (rector VUB), Luc Sels (rector KU Leuven), Rik Van de Walle (rector UGent), Herman Van Goethem (rector UAntwerpen) en Bernard Vanheusden (rector UHasselt)