De Vlaamse universiteiten investeren de komende vier jaren meer dan 25 miljoen euro in de uitbouw van een nieuwe reeks interuniversitaire onderzoeksconsortia. Ze bundelen de krachten in vernieuwend wetenschappelijk onderzoek en in domeinen waarin meerdere universiteiten aantoonbaar excellent zijn. Op deze manier versterken ze hun internationale positionering, wat hen ook zal toelaten om nog beter gewapend mee te dingen naar Europese onderzoeksfinanciering.
In juni 2023 lanceerden de Vlaamse universiteiten gezamenlijk een derde oproep tot het indienen van zogenaamde iBOF-projecten. Opnieuw werden op grote schaal middelen van de vijf universiteiten samengebracht om onderzoeksconsortia te financieren met onderzoekers uit meerdere instellingen.
Met de Bijzondere Onderzoeksfondsen (“BOF”) geeft de Vlaamse Regering elke universiteit een strategisch instrument in handen om een autonoom beleid inzake wetenschappelijk onderzoek te voeren, gebaseerd op eigen prioriteiten en noden, maar steeds met excellentie als selectiecriterium. De periodieke externe evaluaties van het BOF-mechanisme tonen keer op keer aan dat de universiteiten verantwoordelijk, efficiënt en effectief omgaan met de geboden autonomie.
Met de iBOF-financiering leggen de universiteiten middelen samen uit hun onderzoeksfondsen. Zo wordt excellent grensverleggend onderzoek (‘frontier’ of ‘blue sky research’) gesteund dat wordt uitgevoerd in een samenwerking van minstens drie promotoren van minstens twee Vlaamse universiteiten. Een iBOF-project brengt toponderzoekers samen die dankzij een dergelijk interuniversitair project Vlaanderen internationaal (nog meer) op de kaart zetten door het verdiepen of verbreden van de wetenschappelijke kennis en verhoogde capaciteitsopbouw in een duurzaam samenwerkingsverband. De betrokkenheid van veelbelovende onderzoekers met groot potentieel strekt zeer tot aanbeveling. Het aanvragende consortium moet een onderling overlegd onderzoeksvoorstel indienen, waarin elke promotor expertise aanbrengt die essentieel is voor de uitvoering van het voorstel. Tegelijk moeten de promotoren complementair en/of wederzijds versterkend zijn en hebben ze elkaar nodig om het project in synergie te kunnen uitvoeren. Voorstellen kunnen worden ingediend in alle wetenschapsdisciplines.
De derde iBOF-oproep resulteerde in 85 ontvankelijke intentieaanvragen die werden voorgelegd aan de onderzoeksraden van de universiteiten. Hiervan werden er 21 projecten toegelaten tot de tweede ronde. Elk project werd vervolgens extern beoordeeld door vijf internationale experts. De aanvragers werden ook geïnterviewd door een extern panel. De organisatie van het evaluatieproces werd uitbesteed aan de European Science Foundation (ESF).
Het internationaal panel, onder voorzitterschap van professor Maija Nissinen (Universiteit van Jyvaskyla, Finland) was sterk onder de indruk van de kwaliteit van de ingediende onderzoeksvoorstellen. De experten rangschikten alle 21 projectvoorstellen als respectievelijk uitmuntend, zeer goed en goed.
De beschikbare financiering laat toe om 9 uitstekende projecten te financieren voor een totaalbedrag van 25,43 miljoen euro. De finale selectie telt 2 projecten uit de biomedische wetenschappen, 3 uit de sociale en humane wetenschappen en 4 uit de wetenschappen en technologie. De projecten hebben een looptijd van vier jaar en gaan van start op 1 januari 2025.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij graag door naar de betrokken universiteiten.
Energieopslag is cruciaal om de wereldwijde energietransitie mogelijk te maken. In dit opzicht bieden redoxflowbatterijen (RFBs) door hun flexibiliteit, lange levenscyclus en snelle responstijden een enorm potentieel voor de wereldwijde toekomstige batterijcapaciteit. Het gebruik van dure membranen, dure en schaarse metalen en een nog te beperkte efficiëntie hinderen echter hun doorbraak op grote schaal. Door zorgvuldige selectie met betrekking tot kost, intrinsieke performantie en materiaalbeschikbaarheid worden nieuwe kritische batterijcomponenten ontwikkeld in REBBID. Cruciaal hierin is dat de assemblage van de batterij uit deze componenten in nauwe samenwerking gebeurt tussen de 5 teams. Waar een traditionele aanpak zou bestaan uit het optimaliseren van elk onderdeel afzonderlijk, wordt hier gekozen voor een globaal geïntegreerde optimalisatie op batterijsysteem-niveau.
Consortium:
De verbeterde cognitieve vaardigheden, die kenmerkend zijn voor de menselijke soort, zijn het resultaat van gespecialiseerde eigenschappen van neuronale circuits. De evolutie van menselijke hersencircuits is verbonden met soortspecifieke kenmerken van individuele neuronen, zoals de manier waarop ze zich ontwikkelen, verbindingen maken en reageren op omgevingsprikkels. Echter, de verbanden tussen DNA veranderingen en mens-specifieke neuronale eigenschappen blijven grotendeels onbekend. In dit project zullen we DNA veranderingen identificeren die gelinkt zijn aan veranderingen in corticale neuronen in meerdere diersoorten, gebruikmakend van single-cell en spatial multi-omics en computationele modellering.
Vervolgens testen we de impact van deze verschillen op neuronale ontwikkeling, functie en plasticiteit, en hoe deze de respons van menselijke corticale neuronen op extrinsieke veranderingen beïnvloeden. Dit project werpt nieuw licht op de evolutie van het menselijk brein en zijn gevoeligheid voor specifieke ziekten.
Consortium:
Gezien het enorme belang van katalyse is de ontwikkeling van nieuwe katalysatoren die de huidige mogelijkheden overstijgen cruciaal. In dit project zullen de voordelen van homogene en heterogene katalyse worden gecombineerd door het ontwikkelen van nieuwe bifunctionele heterogene systemen, waarin één deel van de katalysatoren verankerd is met een sterke chemische binding aan een grafeenoppervlak, en een aanvullend deel slechts via zwakkere interacties met datzelfde oppervlak interageert. De controle over de structuur van de grafeenlaag maakt niet alleen het ontwerpen van katalysatoren op basis van designprincipes mogelijk, maar ook het onderzoek naar de eigenschappen van de gevormde structuren met experimentele en theoretische methoden. De robuustheid van deze nieuwe katalysatoren is van belang voor efficiënte katalyse in de context van biogebaseerde chemicaliën.
Consortium:
Ophoping van lipiden in microglia is een kenmerk van neurodegeneratieve ziekten zoals multiple sclerose (MS) en de ziekte van Alzheimer (AD). Deze met lipiden beladen microglia worden in verband gebracht met ziekte pathologie en bevorderen neuroinflammatie, myeline afbraak en neuronaal verlies. Hoewel het al lange tijd bekend is dat het lipidenmetabolisme in de hersenen verandert bij MS en AD en genetische risico-varianten gekoppeld zijn aan het lipidenmetabolisme, is er weinig bekend over hoe dit ophoping van lipiden in microglia en neurodegeneratie bevordert. In dit project willen we ophelderen hoe het lipidenmetabolisme de interactie tussen microglia en neuronen reguleert door unieke expertise rond MS, AD en innovatieve technologieën en modellen samen te brengen. Hierdoor zullen we nieuwe inzichten verwerven in de link tussen het lipidenmetabolisme en neurodegeneratie, wat kan leiden tot nieuwe, effectievere doelwitten om neurologische achteruitgang te voorkomen.
Consortium:
Het LOCO-project heeft als doelstelling om de drijvende krachten te begrijpen achter het bewegen van materiaal, mensen en ideeën naar en vanuit de Lage Landen in een diachronisch perspectief van het Neolithicum tot de Late Middeleeuwen. Pogingen om deze mobiliteit te bestuderen zijn tot hiertoe beperkt gebleven tot specifieke disciplines en historische periodes. Het LOCO-project wil de sterktes van archeologische, historische, antropologische, literaire en geochemische methodes combineren in een complementair en aanpasbaar kader dat toegepast kan worden op een periode van 7000 jaar, over zowel prehistorische als historische tijden. Gesitueerd op het kruispunt van menselijke, materiële en intellectuele uitwisseling tussen Oost-, West-, Zuid- en Noord-Europa, bieden de Lage Landen een ideale casus om dit methodologisch kader te testen.
Consortium:
Het belang van internationale migratie voor demografische evoluties in Europa is de voorbije decennia sterk toegenomen. De impact van migratie voor de bevolkingssamenstelling op verschillende geografische niveaus is moeilijk te bepalen op langere termijn, omdat vaak gebruik wordt gemaakt van geaggregeerde indicatoren en modellen, die geen rekening de levensloop van migranten. Met exhaustieve longitudinale microdata over migranten (en hun nakomelingen) die meerdere decennia beslaan, analyseert dit project de associatie tussen levenslooptransities en ruimtelijke mobiliteit op individueel en huishoudensniveau. Gebruik makend van individual-based models uit biostatistiek, wordt de informatie over levenslooptransities bij migranten geïntegreerd in een dynamisch microsimulatiemodel, dat in dit project wordt gebruikt om modellen voor ziektetransmissie te informeren over heterogeniteit van de bevolking naar migratieachtergrond.
Consortium:
Beslissen of een persoon recht heeft op internationale bescherming is moeilijk. Asielautoriteiten moeten het verhaal beoordelen van een verzoeker, die vaak niet-vertrouwde talen spreekt, een specifieke socio-culturele achtergrond heeft en getraumatiseerd kan zijn, en dit binnen een complex juridisch kader. Deze uitdaging van complexiteit wordt nog vergroot door die van toegankelijkheid voor onderzoek, aangezien het meeste onderzoek overwegend juridisch is en/of gebaseerd op secundaire (interviews, documentanalyse) in plaats van primaire (observaties) data. Dit project integreert inzichten uit vier disciplines – linguïstiek, antropologie, psychologie en recht – om de ervaringen van verzoekers, asielambtenaren, advocaten en tolken te analyseren. Ingebed in een unieke samenwerking met de Belgische asielinstanties, en via diepgaand, longitudinaal etnografisch onderzoek, wil het project ons begrip van de uitdagingen in de asielprocedure aanzienlijk verbreden en verdiepen.
Consortium:
Fotokatalyse gebruikt (zon)licht om moleculen te creëren of om stoffen af te breken, en is essentieel voor het bouwen aan een duurzame toekomst. Een grondig begrip van de dynamiek van de zeer kortlevende “aangeslagen toestand” van de bestraalde katalysator is cruciaal voor de ontwikkeling van nieuwe fotokatalysatoren. Covalente organische roosters (COFs) zijn een nieuwe familie van kristallijne, geordende, poreuze polymeren, die in vele structuren en samenstellingen kunnen worden bereid als foto-katalysator. We zullen COFs synthetiseren en bestuderen in de aangeslagen toestand op extreem korte tijd- en lengteschalen (tot femtoseconden en nanometers). Dit zal leiden tot robuuste ontwerpregels om efficiënte COF fotokatalysatoren te creëren en te valideren in de afbraak van verontreinigende stoffen in lucht en in de productie van waterstofperoxide uit lucht en water.
Consortium:
In het Congobekken groeit het tweede grootste regenwoud en bevindt zich het grootste tropisch veengebied ter wereld. Het is een motor voor de globale watercyclus, een hotspot voor biodiversiteit en een cruciale globale opslagplaats voor koolstof (bovengronds en in de bodem). Vandaag is het Congobekken echter onderhevig aan toenemende periodes van droogte en extreme temperaturen door veranderende weerpatronen, met een risico voor groeikracht en dus CO2-opname en de ecohydrologie van het woud. Dit vormt dus een bedreiging van de immense koolstofreservoirs inclusief deze in het grootste tropische veengebied ter wereld. Desondanks blijft specifiek onderzoek naar en inzicht in de ecohydrologische veranderingen in het Congobekken beperkt. Cong’eau brengt expertise van wereldniveau samen voor een urgente studie van de huidige en toekomstige hydrologische cyclus in het Congobekken. Nieuwe diepgaande inzichten in ecohydrologische variabiliteit op meerdere schaalniveaus zullen worden bereikt via een nooit-geziene integratie van data van de eerste fluxtorens in de regio, isotopen- en satellietdata in een reeks verbeterde procesmodellen.
Consortium: