Persbericht | Academische samenwerking met Israël

Academische samenwerking met Israël

De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse universiteiten hebben de academische samenwerking met Israël opnieuw geëvalueerd, mede naar aanleiding van een open brief van 14 januari 2025. De initiatiefnemers roepen VLIR, CRef en de universiteiten op om het internationaal recht te erkennen en te respecteren, de academische samenwerking met Israël stop te zetten, het voorzorgsprincipe te hanteren, en de krachten te bundelen in een pleidooi voor de stopzetting van Europees gefinancierde onderzoekssamenwerking met Israël.

Internationaal recht

De Vlaamse universiteiten herhalen met klem hun veroordeling van alle schendingen van het internationaal humanitair recht en de begane oorlogsmisdaden. Ze drukken de hoop uit dat het huidige staakt-het-vuren de voorbode is van een structurele oplossing die een einde maakt aan het immense menselijke leed aan zowel Palestijnse als Israëlische zijde. De academische wereld heeft hierin een bijzondere verantwoordelijkheid: universiteiten vormen bruggen voor dialoog, kennis en wederopbouw, en kunnen een cruciale rol spelen in het herstel van onderwijs- en onderzoeksinstellingen in Gaza. Zij roepen alle internationale actoren op om hiervoor de nodige randvoorwaarden te creëren.

Strenge toetsing en concrete gevolgen

Voor de Vlaamse universiteiten is respect voor mensenrechten een vaste toetssteen bij elke vorm van samenwerking. In 2019 werkten experten daartoe de VLIR-mensenrechtentoets uit. Elke Vlaamse universiteit past dit referentiekader vanuit een uitgesproken voorzorgsprincipe systematisch toe bij de beoordeling van internationale samenwerkingen. Zo engageren de universiteiten zich niet in onderzoeksprojecten die een reëel risico op schending van mensenrechten inhouden. Ze passen deze toetsing systematisch en onafhankelijk toe bij de opstart en verlenging van samenwerkingen binnen het kader van hun eigen mensenrechtenbeleid.

Ook in het geval van samenwerkingen met Israëlische onderzoekspartners wordt deze toetsing strikt gehanteerd. Lopende projecten werden, case by case, in alle universiteiten aan een grondige extra screening onderworpen, mede in het licht van de ernst van het conflict. Als gevolg daarvan werd besloten risicovolle projecten stop te zetten. Er wordt geen nieuwe samenwerking meer aangegaan met Israëlische partners die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen.

Europese context

In het najaar van 2024 hebben VLIR en CRef de Europese Commissie formeel gevat met het verzoek om richtlijnen uit te vaardigen die onze universiteiten in door Europa gefinancierde onderzoeksconsortia de mogelijkheid biedt om in te schatten of Israëlische partners binnen die consortia betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. De Commissie is evenwel van mening dat de naleving van het door haar gehanteerde ethisch referentiekader voldoende wordt gewaarborgd door de modaliteiten in Horizon Europe contracten. “VLIR en CRef blijven er op aandringen dat de Commissie concrete screeningtools aanreikt en haar verantwoordelijkheid neemt in het handhaven van de contractuele bepalingen. Wij volgen dit nauwgezet op en zetten de dialoog met de Europese Commissie onverminderd voort”, zegt Jan Danckaert, voorzitter van de VLIR.