Onderwijs is een centraal element in de missie van de Vlaamse universiteiten. Binnen de VLIR plegen de universiteiten overleg over het onderwijsbeleid dat ze binnen hun instellingen voeren. Via de VLIR stroomlijnen de universiteiten de banden met de andere partners die het hogeronderwijsbeleid bepalen: de Vlaamse overheid, de studenten, de Vlaamse hogescholen, Europese spelers, het secundair onderwijs, middenveldorganisaties.
Voor de samenstelling van de VLIR-overlegfora: klik hier.
De IJkingstoets is een hulp bij de overgang van het secundair naar het academisch onderwijs: aan de hand van meerkeuzevragen krijgt de student een beeld van zijn/haar wiskundige en wetenschappelijke vaardigheden en kennis in verhouding tot het verwachte instapniveau van de bacheloropleiding.
De IJkingstoets wordt georganiseerd door de Vlaamse universiteiten.
Voor meer informatie zie: www.ijkingstoets.be
Op maandag 4 juli vond de eerste deelnamesessie aan een ijkingstoets plaats. 4348 studiekiezers legden een ijkingstoets af in op een Vlaamse universiteitscampus. De afname verliep probleemloos. Alle deelnemers ontvingen binnen de vijf dagen via e-mail een link naar persoonlijke feedback en een verwijzing naar bijkomende ondersteuning en opvolgingsmogelijkheden.
Deelname was voor de eerste maal verplicht voor de ijkingstoetsen bio-ingenieurswetenschappen, fysica, wiskunde en farmaceutische wetenschappen. De verplichting resulteerde in een sterke stijging van het aantal deelnemers, tot 364% meer voor farmaceutische wetenschappen. Maar ook de deelnamecijfers voor de toetsen die reeds verplicht waren en voor de niet-verplichte toetsen tonen het groeiende belang dat aan ijkingstoetsen gehecht wordt aan.
De universiteiten zijn tevreden met de representatieve slaagcijfers op de toetsen. Zo slaagde 50% van de deelnemers op de toets farmaceutische wetenschappen en 52%, op de toets bio-ingenieurswetenschappen. De ijkingstoetsen burgerlijk ingenieur en industriële wetenschappen noteerden stabiele resultaten in lijn met de voorbije jaren, met slaagpercentages van respectievelijk 61% en 49%. Een bijzondere vermelding gaat naar de ijkingstoets biomedische wetenschappen die vanaf 2023 verplicht wordt en een slaagpercentage van 62% noteerde.
De resultaten bieden een valide basis om een verplicht remediëringsaanbod gericht op het wegwerken van de belangrijkste lacunes te enten op de deelname aan de ijkingstoetsen. De universiteiten geven hiermee uitvoering aan het recent goedgekeurde Decreet Hoger Onderwijs dat verplichte remediëring inschrijft voor deelnemers die de cesuur niet halen. Maar ook in de komende weken staan de universiteiten paraat met hun ondersteuningsaanbod bestaande uit zomercursussen, online modules en individuele feedbackgesprekken; Bij een minder goed resultaat kan een goede voorbereiding immers helpen om een sterkere startpositie te geven in de bachelor van keuze.
De tweede sessie van de ijkingstoetsen vindt plaats op 27 augustus. Inschrijven is mogelijk tot 15 augustus. Momenteel zijn er al 1579 studiekiezers ingeschreven. De universiteiten doen een warme oproep tot deelname en hopen nog vele toekomstige studenten te mogen verwelkomen op één van de campussen.
19 februari 2019
Naar aanleiding van de eerste verplichte deelname aan een ijkingstoets voor inschrijving in de bachelors Burgerlijk ingenieur en Burgerlijk ingenieur-architect in het academiejaar 2018-2019 stelde VLIR een evaluatierapport op. Dit rapport is een eerste stap in de systematische opvolging van de verplichte toetsen. Een leeswijzer en samenvatting van de belangrijkste punten van het rapport is te vinden in de interpretatieve nota.
De universiteiten investeren al vele jaren systematisch in de evaluatie en verbetering van hun opleidingen. Sinds de jaren ’90 waren alle opleidingen onderworpen aan een extern systeem van terugkerende beoordelingen (visitaties) die leidden tot een formele accreditatie. Na drie decennia werd gewerkt aan een nieuw stelsel waarbij de universiteiten de kwaliteitsborging van hun opleidingen zelf in handen nemen.
Om zelf de kwaliteit van haar opleidingen te borgen, heeft elke universiteit een eigen regie uitgewerkt. Deze regie is onderdeel van het onderwijsbeleid, is ingebed in de kwaliteitscultuur van de universiteit en omvat het geheel van acties, processen, praktijken, procedures en instrumenten voor de kwaliteitsborging. Bij hun kwaliteitszorg betrekken de universiteiten naast interne en externe stakeholders ook externe, onafhankelijke deskundigen. De informatie is beschikbaar op de website van de universiteiten:
De universiteiten tonen ook aan hoe ze zelf borg staan voor de kwaliteit van hun opleidingen. Die verantwoording gebeurt via een instellingsreview die om de zes jaar wordt uitgevoerd door een externe commissie bestaande uit onafhankelijke (inter)nationale deskundigen en een student. De instellingsreview beoordeelt of het gevoerde onderwijsbeleid en de wijze waarop de instelling de onderwijskwaliteit waarborgt (de regie) voldoende kwaliteitsvol is.
Een positieve uitkomst – d.i. als de universiteit aantoont dat ze de kwaliteit van haar opleidingen autonoom kan borgen – leidt tot verlenging van de accreditatietermijnen voor geaccrediteerde opleidingen. Bij een negatieve instellingsreview worden alle opleidingen opnieuw apart via externe commissies op hun kwaliteit beoordeeld, terwijl de instelling verder werkt aan de versterking van de eigen regie. Basis van het stelsel blijft de formele accreditatie door een externe accreditatieorganisatie.
De universiteiten leggen ook maatschappelijk verantwoording af door informatie over de kwaliteit van elke geaccrediteerde opleiding op hun website te publiceren:
De door de Vlaamse overheid ontwikkelde website Opleiding in cijfers met kwantitatieve gegevens stelt voor alle opleidingen gelijkaardige informatie beschikbaar aan het grote publiek.
Binnen de Werkgroep Kwaliteitszorg overleggen de universiteiten in openheid over KZ-gerelateerde materies en wisselen ze goede praktijken uit. De universiteiten nemen ook deel aan Systeembrede analyses die zijn bedoeld om goede praktijken op het vlak van onderwijsbeleid en opleidingskwaliteit in beeld te brengen en te delen binnen de hogeronderwijsgemeenschap.
De visitaties in het Vlaams hoger onderwijs worden, sinds december 2011, uitgevoerd door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholenraad, cel Kwaliteitszorg (VLUHR KZ).
Alle opleidingen die worden gevisiteerd schrijven een zelfevaluatierapport. Daarna bezoekt een onafhankelijke commissie van experts de opleiding. Die commissie velt een oordeel over de opleiding aan de hand van de Generieke Kwaliteitswaarborgen uit het NVAO-accreditatiekader. Dit oordeel wordt openbaar gemaakt in het visitatierapport. Op basis van de visitatierapporten vragen de hogeronderwijsinstellingen een accreditatie aan bij de Nederland-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).
De visitatierapporten aangeboden door VLIR (periode 1991 – 2012) kunnen worden opgevraagd bij het VLIR-secretariaat: administratie [at] vlir.be.
De visitatierapporten aangeboden door VLUHR (vanaf december 2011) kunnen worden geraadpleegd op de website van VLUHR: klik hier.
Het Vlaams Talenplatform is een samenwerkingsverband tussen experten in het talenonderwijs van de verschillende universitaire instellingen. Het platform informeert en verbindt een breed netwerk van organisaties met dezelfde richtpunten rond talen(onderwijs). Het Talenplatform wil de aantrekkelijkheid van de taalopleidingen versterken, in de eerste plaats in het hoger onderwijs, en het taalvaardigheidsniveau van de Vlaamse scholieren en studenten opkrikken. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door te wegen op het beleid en het werkveld van het talenonderwijs, maar ook op de publieke beeldvorming en het publieke debat over talen.
In 2021 gaan twee medewerkers van start bij de VLIR. Zij werken o.a. aan focusgesprekken met leerkrachten om de huidige tendensen in het talenonderwijs bloot te leggen en aan een grootschalige enquête bij Vlaamse talenleraren. Op basis van de resultaten en cijfergegevens wordt op 6 september 2022 een rapport over de staat van het talenonderwijs in Vlaanderen uitgebracht.
In september 2022 wordt het team versterkt met een derde medewerker. Tijdens het academiejaar 2022-2023 wordt gewerkt aan een grootschalige communicatie-campagne.
Het rapport is online beschikbaar op rapport.pdf (vlaamstalenplatform.be)
Ontdek ook het interview in Knack, op Radio 1, op vrt nws en in De Standaard